Vragen stellen
Opletten bij vragen stellen:
Bij verschillende spellen worden er vragen gesteld aan de leerlingen. Er zijn verschillende soorten van vragen die gebruikt kunnen worden. Maar niet iedere vraag is geschikt om te gebruiken in een spel. Daarom is het niet om teven welke vragen we stellen. We hebben de keuze tussen open vragen of gesloten vragen. Open vragen daar stelt de leerkracht een vraag waarbij het antwoord zeer ruim is om in te vullen, de leerlingen hebben antwoord vrijheid.
Voorbeeld open vragen:
- Essayvragen
- Begrenzende open vragen
- Kortantwoordvragen
Bij een spel denk maar aan een quiz of het bordspel maken we vooral gebruik van kort antwoord vragen omdat de leerlingen niet veel tijd hebben om een ruim antwoord te geven. Bij gesloten vragen wordt er meestal enkele antwoorden gegeven waar de leerlingen uit kunnen kiezen. Daardoor hebben de leerlingen minder antwoord vrijheid. Omdat ze kunnen kiezen uit verschillende antwoorden kunt u als leerkracht punten aftrekken bij foute antwoorden of kan je hun laten verklaren waarom dat het juiste antwoord is en de andere foutief.
Voorbeelden gesloten vragen:
- Meerkeuzevragen
- Sorteervragen
- Classificatievragen
- Rangschikvragen
- Waar- onwaarvragen
Waar moet u algemeen opletten bij het stellen van de verschillende vragen?
- Stel de vragen af op de doelen die je voorop gesteld hebt
- Gebruik een gemakkelijke manier om te vragen te stellen
- Maak de vraag kort en eenduidig van taal
- Maak dat het antwoord niet discussieerbaar is
- Vermijd suggestieve vragen
- Plaats de vraag op een dezelfde pagina
- Gebruik je meerdere antwoorden maak dat ze volledig fout/juist zijn
- Gebruik geen invulruimte in begin van de zin maar eerder in het midden of einde
- Plaats niet veel invulruimtes in één zin, dat leest minder vlot, gebruik max. 2 ruimtes
- Maak gebruik van een ordening bij meerdere antwoorden
- Bij onwaar vragen verbeter indien fout/onwaar
Waar moet je opletten bij het gebruik van sorteervragen?
- Maak de rijtjes gelijk (het ene rijtje alle plant soorten en het andere alle diersoorten)
- maak de lijst van de anwtoorden langer dan de vragen
- Schfijf de langere omschrijving links, de korte rechts
- Maak gebruik van een nummering (links 1, 2, 3, ... en rechts a, b, c, ...)
- Voorzie invulruimte
- benoem de rijtjes met een titel
Bron:
Aandachtspunten die geld bij de vraagstelling:
(Roo, 2012)
Bibliography
Roo, F. D. (2012). Vraagstelling. In F. D. Roo, Evaluatie (p. 18). Brugge: Acco.