Profiel leerlingen

De meeste jongeren die in het beroepsonderwijs terecht komen zijn jongeren die vooral praktijk gericht willen studeren. Minder theoretisch aangelegd maar zeer sterk praktisch aangelegd. Ik zal hieronder enkele kenmerken opsommen die bij de doorsnee beroepsleerling past. Ik wil niet zeggen dat iedere leerling aan de onderstaande opsomming voldoend. U moet nog altijd rekening houden met de verschillende thuissituaties van de leerling en hun zelfbeeld dat kan een zeer grote en belangrijke rol spelen in de redenen hoe men terecht is gekomen in het beroepsonderwijs.

Als we het profiel van de doorsnee leerling bekijken moeten we al eerst kijken of de leerling een anders talige is. Dat speelt een zeer belangrijke rol, hanteren ze het Nederlands al, verstaan ze wat er gezegd wordt,…? Het beroepsonderwijs in multicultureel dat wil zeggen dat er heel wat verschillende nationaliteiten met elk hun eigen cultuur aanwezig zijn. Dat kan een zeer groot voordeel zijn voor de school, leerlingen en leerkrachten daardoor kunt u verschillende onderwerpen bekijken uit de verschillende invalshoeken.

Afbeelding: profiel? (Telstarfans, 2012).

Heel wat leerlingen hebben een leermoeilijkheid waardoor ze terecht komen in het beroepsonderwijs. 

  • Dyslexie:" dys" slaat op beperkt en "lexis" op woord. Een persoon met dyslexie heeft moeilijkheden om teksten te lezen en teksten te schrijven zonder spellingswoorden.
  • ADHD: "Attention Deficit Hyperactivity Disorder of aandachtstekort, hyperactiviteitstoornis".  Deze leerlingen kunnen zich moeilijk concentreren. ze zijn heel snel afgeleid.  Hyperactief kan waargenomen worden door het moeilijk stil zitten. 
  • Dyscalculie: ontwikkelingstoornis op het gebied van rekenen. De leerling draait verschillende cijfers om, kunnen zeer moeilijk hoofdrekenen.
  • Autismespectrumstoornis: wordt bedoeld met autisme stoornis.

ADHD: uitleg  (Geurts, 2012). Dyslexie: uitleg  (thorgal, 2012).

Heel wat leerlingen van het beroepsonderwijs hebben vaardigheden die nog niet volledig of slechter zijn ontwikkeld dan anderen. Ze hebben een beperkte verbale taalvaardigheid, dit kan komen omdat ze anders talig zijn maar ook omdat ze gewoon niet taalvaardig aangelegd zijn. Heel wat beroepsleerlingen zijn gericht op het leren aan de hand van verschillende handelingen (praktijk gericht). Hier gaat het vooral op het beroeps gerichte, ze leren het liefst zaken dat ze onmiddellijk in het leven kunnen gebruiken. Ze hebben meestal nog een beperking in oriëntatie tijd en ruimt. Heel wat leerlingen zijn vooral egocentristisch aangelegd, kunnen zich moeilijk plaatsen in de situatie van de andere het ik als persoon staat centraal de rest moet rond mij draaien.

Er zijn factoren waar de leerling op een zeer ongelukkige manier terecht komen in het beroepsonderwijs. Sommige leerlingen komen terecht in het beroepsonderwijs door de ouders die zelf geen Algemeen secundair onderwijs (ASO ) of andere richting gevolgd hebben. Er zijn heel wat leerlingen die ASO of een ander schoolniveau aankunnen. Maar die door de ouders in het beroepsonderwijs terecht komen daarbij sluit nog aan dat er zeer wat watervaleffecten in het beroepsonderwijs komen. Leerlingen die door heel wat negatieve ervaringen met de school  geen zin meer hebben. Ze laten zich zakken van richting, dat zijn vooral leerlingen met een negatief zelfbeeld en zijn schoolmoe. Die leerlingen denken dat ze het niet kunnen en dat ze niet slim zijn. Om dit tegen te gaan moet u leerling positief stimuleren en aanmoedigen als ze positieve resultaten behalen. Heel wat leerlingen zullen na het zesde een zevende jaar doen om een diploma te halen op het niveau van Technisch secundair onderwijs (TSO). Dat moeten we als leerkracht positief stimuleren en zoveel mogelijk leerlingen aanzetten om een zevende jaar te doen.

Afbeelding: watervaleffect (Neve, 2012).

Kortom: heel wat leerlingen zitten in het beroepsonderwijs door verschillende redenen. U  hebt er die er zitten omdat ze dat echt willen en niet omdat ze het ASO of TSO niet aankunnen. Het beroep dat ze willen uitoefenen willen ze studeren doormiddel van praktijk.  U hebt dan andere die schoolmoe zijn en zich laten zakken. Andere die anders talig zijn en daardoor in het beroep terecht komen wegens achterstand van verschillende zaken. Er zijn heel wat zaken waar men moet rekening mee houden hoe het komt dat er een leerling in het beroepsonderwijs zitten. Er zijn er die daar niet willen zitten maar er moeten zitten. Maar natuurlijk ook omgekeerd die er willen zitten.

Krantenartikel in verband met het watervaleffect in het onderwijs.

Bron:

(Bogaerts, 2012)

Bibliography

Bogaerts, S. A. (2012, Mei 20). Onderwijs. Retrieved April 27, 2011, from Dewereldmorgen: https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/04/27/onderwijs-nadelige-gevolgen-van-het-watervaleffect

Link naar het krantenartikel.

www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/04/27/onderwijs-nadelige-gevolgen-van-het-watervaleffect